`LOCKED DOWN IN NEPAL...'

22 Maart jongstleden stapte ik, na 10 dagen quarantaine in Kathmandu , 's-ochtends in een klein vliegtuigje met bestemming Badhrapur. Vandaar was het nog een volle dag verder oostwaarts met een kleine taxi naar Tharpu. En vandaar nog twee dagen lopen over een stoffige en hete dirtroad naar Changthapu, waar het avontuur dan écht zou beginnen: de start van de Great Himalayan Trail (GHT). Een 1500 kilometer lange culturele voettocht dwars door Nepal, van de uiterste oostgrens helemaal naar de westgrens.

 

Hoewel ik me een enorme geluksvogel voelde dat ik in deze tijden in Nepal mocht zijn, dat de Corona-situatie hier zo goed was en dat een lang gekoesterde wens nu echt uit zou komen, was er ook spanning.

 

Immers, de GHT is geen alledaagse, veel belopen trek, het oosten van Nepal wordt zelden door toeristen bezocht en het eerste Corona-jaar heeft desastreuze gevolgen gehad voor de Nepalese toerisme-industrie, waardoor veel lodges failliet zijn gegaan. Er waren dus wel wat zorgen om het vinden van de route en het vinden van accommodatie.

 

Vandaar dat we op het laatste moment toch besloten een gids mee te nemen. Ook al was hij zelf ook niet helemaal bekend met het uiterste oosten van Nepal, hij zou toch van onschatbare waarde kunnen zijn bij het vragen naar de weg en het ad hoc regelen van slaapplekken bij mensen thuis.


En, ook voor de eerste keer van mijn leven, toch ook maar een drager. Want de afgelopen jaren had ik al niet zo veel aan mijn conditie gedaan, vorig Corona-jaar had ik al helemaal veel op de bank gehangen met Netflix en Thuisbezorgd. Dus de rugzak met tent en kookspullen voor-het-geval-dat, woog opeens toch wel erg zwaar. En de route loopt van oost naar west, maar de rivieren lopen van noord naar zuid, wat betekent dat er elke dag heel veel klimmen en afdalen op het programma zou staan!

 

Om een heel lang verhaal kort te maken: het was mooi, en het was zwaar. Een unieke belevenis, ook met in het achterhoofd dat deze weinig belopen route wellicht binnen enkele jaren verdwenen zal zijn vanwege de wegen die overal worden aangelegd en die het landschap en de reisgewoontes van de mensen ingrijpend veranderen, en ook de voortdurende Corona-pandemie, die de al magere toerisme-infrastructuur nog verder zal uithollen.

 

Het was ook een helende, transformerende belevenis. Letterlijk: de kilo’s vlogen eraf, zorgen en beslommeringen verdwenen uit het hoofd. Spierpijn verdween, soepele spieren en zachte huid kwamen tevoorschijn. Een leven volgens een simpel stramien. Acht uur naar bed, vijf uur de wekker, zes uur op pad. Een leven van enkel lopen, met het geluid van vogels en ruisende rivieren. En steeds wisselende landschappen, uitzichten, dorpjes, mensen om van te genieten. En dhal bhat. Elke dag twee keer. Veel westerlingen schijnen dat dieet van rijst, linzensoep en groenten niet te trekken, maar wat was ik elke keer weer dankbaar voor die smakelijke en super voedzame maaltijd, met liefde op een houtvuurtje bereid, met groenten en kruiden uit de eigen achtertuin. Zeker na weer een zware dag klimmen en dalen.

 

Corona leek hier in de bergen niet te bestaan. In Kathmandu eigenlijk al niet, maar hier in de buitenlucht en op het platteland al helemaal niet. En dus ook niet die spanning en somberheid die ik in Nederland had vanwege de uitzichtloosheid en de polarisatie in de samenleving. Even in een andere wereld, letterlijk.

 

En toen kwamen er hier en daar toch wat berichten over de situatie in India die uit de hand aan het lopen was, en zorgen of -of beter gezegd wanneer- een en ander over zou slaan naar Nepal. Wat leek dat allemaal ver weg, en alle aandacht en energie ging al snel weer naar de volgende klim van 1000 meter of meer.

 

Tot we na pakweg veertig dagen onderweg hoorden dat er een lockdown aan zat te komen. Met nog zo’n twee-en-een-halve dag lopen tot het geplande einde van deze eerste etappe toen toch maar halsoverkop een jeep terug naar Kathmandu geregeld en gelukkig weer veilig in het resort aangekomen. Nog net op tijd voor een massage, een scrub en een pedicure in het stadscentrum, dat dan weer wel. Maar verder wel een enorm abrupte overgang en brute verstoring van de rust en het ritme van het leven in de bergen.

 

En nu dus in lockdown. Aan het zwembad, in de zon, met lekker eten en een hete douche en goed bed. Niet slecht, en voor nu goed uit te houden.


Maar voor hoe lang? De lockdown is nu voor twee weken ingesteld, maar de vorige keer werd dit telkens verlengd tot uiteindelijk zes maanden. Lockdown is hier ook echt lockdown. Met politie op kruispunten enzo. Voor de mensen hier echt vreselijk omdat ze financieel echt bijna geen vlees op de botten meer hebben. Het vooruitzicht van maanden geen inkomen geeft veel zorgen en stress.

 

En wat gaan wij nu doen? In eerste instantie voelt halsoverkop terug naar Nederland voor mij niet fijn. Maar wat als straks ook geen vluchten uit Nepal meer top Schiphol toegelaten worden?

 

En hoewel de Coronacijfers enorm stijgen lijken we hier nog goed te zitten: het resort is op een afgesloten compound gelegen, ver buiten het drukke centrum, we zijn de enige gasten en het personeel houdt zich netjes aan de maatregelen, wordt regelmatig getest en maakt alles goed schoon.

 

En voorlopig even goed uitrusten, foto’s bewerken, website bijwerken, lezen en schrijven is voor nu een prima tijdsbesteding. Maar is dat na een maand ook nog leuk? Weg uit Nepal naar een andere bestemming dan? Maar waarheen? Volgens mij is heel de wereldkaart op dit moment nog oranje/rood/zwart gekleurd…

 

Tijd voor wat meditatie en contemplatie..

← Vorig berichtVolgend bericht →